Bij het aanpassen van de nominale stromen in assemblages die in alternatieve omgevingsluchttemperaturen zijn geplaatst, moeten veel overwegingen worden gemaakt.
Natuurlijk moeten de stromen worden verhoogd of verlaagd, afhankelijk van de vraag of de omgevingsluchttemperatuur boven of onder de 35°C ligt die bij de temperatuurstijgingstests wordt gebruikt. De echte vraag is hoeveel de nominale stroom moet worden aangepast en welke onderdelen in een circuit moeten worden meegenomen bij de aanpassingen?
In deze minigids legt onze technische instructeur René Jensen, lid van het IEC-onderhoudsteam dat verantwoordelijk is voor de 3e editie van IEC 61439-1, uit hoe u eenvoudig aanpassingen van nominale stromen voor alternatieve omgevingsluchttemperaturen kunt berekenen.
De minigids geeft uitleg over de formule die wordt gebruikt voor het berekenen van aanpassingen van nominale stromen voor alternatieve omgevingsluchttemperaturen. Hij bevat ook gedetailleerde voorbeelden van de berekening van aanpassingen bij temperaturen boven en onder 35°C.
Vul het formulier hiernaast in om u aan te melden voor onze nieuwsbrief en ontvang de minigids direct in uw e-mail inbox.
Ontvang de minigids direct in je inbox!

Vul onderstaand formulier in om u aan te melden voor onze nieuwsbrief en wij sturen de minigids naar uw e-mail.